Henk van Woesik en Frans J.P.M. Kwaad
De stand van de zeespiegel in de Middeleeuwen en de Kleine IJstijd (Nieuw)
In een eerdere website (Hoorn
en het binnenwater) zijn een aantal waterstaatkundige aspecten van
Hoorn en omgeving in de 13e-17e eeuw behandeld, zoals de overgang van
de
natuurlijke afwatering van het hoogveengebied van West-Friesland naar
een
kunstmatige polderwaterhuishouding, het ontstaan van de Tocht en de
relatie
met de Oosterpolder. In de onderhavige website wordt meer in detail
ingezoomd
op de geschiedenis van de waterhuishouding van Hoorn vanaf ca. 1350.
Speciale
aandacht krijgt daarbij de polder de Westerkogge. Het grondgebied van
Hoorn
behoort in waterstaatkundig verband vanaf het ontstaan van de stad
grotendeels
tot de (latere) Oosterpolder en voor een klein deel tot de (latere)
Westerkoggepolder.
Om die reden wordt uitvoerig ingegaan op de waterhuishouding van deze
twee
polders. Hoorn en de Ooster- en Westerkoggepolder loosden hun water op
de Zuiderzee. De stijging van het waterpeil van de Zuiderzee vanaf 1350
tot de bouw van de Afsluitdijk in 1930 wordt daarom ook in de
beschouwing
betrokken.
De tekst met talrijke afbeeldingen (74 pp.) is beschikbaar als pdf-document en kan worden opgevraagd door hier te klikken (5,7 Mb).
De tekst is nog in bewerking en wordt gepresenteerd onder voorbehoud van wijzigingen. De site staat niet meer open voor commentaar van bezoekers.
Hieronder volgt enige informatie over de bodemgesteldheid van de
Polder
de Westerkogge en Oosterpolder.
Legenda:
Lichtblauw: Afzettingen van Calais (vroeger genoemd
Beemsterafzettingen)
Groen:
Afzettingen
van Duinkerke incl. kreekruggen (vroeger genoemd Westfriese Afzettingen)
Bruin:
Veen (Hollandveen)
Het Hollandveen bedekte ooit het hele getoonde gebied (en de rest van West-Nederland en het Zuiderzeegebied). Tijdens de eerste eeuwen van de ontginning, vanaf ca. 1000 AD, is het veen vrijwel volledig uit West-Friesland verdwenen. Hierdoor is het bodemoppervlak (het zgn. maaiveld) sterk gedaald. Rond 1000 AD lag het maaiveld op enkele meters boven zeeniveau. Door het verdwijnen van het veen is het gedaald tot onder NAP. Zo ligt de Westerkoggepolder thans op 2,5 tot 3 m -NAP en de Oosterpolder op 0 tot 1,5 m -NAP. De daling van het maaiveld bracht uiteraard grote problemen op het gebied van de waterhuishouding met zich mee die ons tot op de dag van vandaag bezighouden. Hierover handelt de onderhavige website.
De Afzettingen van Calais die in de Westerkoggepolder aan de oppervlakte liggen, lopen naar het noorden en oosten door onder de Afzettingen van Duinkerke en zijn dus in de Oosterpolder in de ondergrond aanwezig. De volgende geologische doorsnede geeft een beeld van de profielopbouw:
Deel van een noord-zuid verlopende doorsnede door de bodem van
Noord-Holland.
Het profiel loopt tot een diepte van 24 m -NAP (Uit: Pons en Wiggers,
1959-1960).
De Westfriese Afzettingen zijn gevormd in twee fasen die door
veenlaagjes
(zwart) van elkaar en van de onderliggende Beemsterafzettingen worden
gescheiden.
In de Westfriese Afzettingen komen met zand opgevulde getijgeulen voor
die tot diep in de ondergrond zijn ingesneden. Door zgn.
differentiële
inklinking van de bodem lopen de geulopvullingen thans als lage ruggen
door het landschap.
Meer informatie over de bodem van West-Friesland is te vinden op
de volgende sites:
De
bodem van West-Friesland
Het
ontstaan
van
West-Friesland:
de
geologie
en
de
bewoningsgeschiedenis
De
veenbedekking
van
West-Friesland
Bezoek ook de volgende websites met aanvullende en
achtergrondinformatie
over de geschiedenis van Hoorn:
West-Friesland
op
oude
kaarten
Hoorn
en
het
binnenwater:
de
Tocht,
de
Oosterpolder
en
zout water in de grachten
De
geschiedenis van de Hoornse riolen volgens P. van Akerlaken
De
kroniek van Hoorn door Velius
Bouwstijlen
en
geveltypen
van
historische
woonhuizen
in
Hoorn
uit
de periode 1540-1940
De
geschiedenis van het Normaal Amsterdams Peil (NAP) en de stijging van
de
zeespiegel
Literatuur
Pons, L.J. en Wiggers, A.J., 1959-1960. De
Holocene wordingsgeschiedenis van Noord-Holland en het Zuiderzeegebied.
Deel I en II. Tijdschrift Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig
Genootschap,
76 (pp. 104-152), 77 (pp. 3-57).
Westerhoff, W.E., de Mulder, E.F.J. en de Gans,
W. (1987). Toelichting bij de geologische kaart van Nederland 1:50
000. Blad Alkmaar West (19W) en Blad Alkmaar Oost (19O). Rijks
Geologische
Dienst, Haarlem, 227 pp.
Hoorn, 2 november 2005